Duurzaamheid. We kennen allemaal het woord en horen er regelmatig over. Er zijn verschillende mensen die zich met duurzaamheid bezighouden. Het netwerk van professionals die zich bezighouden met duurzame ontwikkeling, handelt en werkt wereldwijd.
‘Duurzaamheid’ als beleidsthema is ontstaan na de conferentie van de Verenigde Naties over duurzame ontwikkeling in 2012. Tijdens deze bijeenkomst zijn een aantal doelen besproken. Deze doelen zijn onderdeel van de Millennium Development Goals (MDG) die zich richten op het terugdringen van armoede in de wereld, maar ook erkennen dat er meer te doen is. Uiteindelijk is er een lijst opgesteld met 17 onderwerpen waar men zich op ging richten, en waarvan duurzaamheid één onderwerp is. Deze onderwerpen omvatten onder andere het volgende:
- Een einde maken aan armoede en honger in de wereld.
- Een beter niveau van onderwijs en gezondheidszorg, met name wat betreft waterkwaliteit (schoon drinkwater) en sanitaire voorzieningen.
- Het behalen van gendergelijkheid.
- Duurzame economische groei en bevordering van banen en sterkere economieën.
- Al het bovenstaande en meer, terwijl het de gevolgen van klimaatverandering, luchtvervuiling en andere omgevingsfactoren aanpakt die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid, het levensonderhoud en het leven van mensen.
- Duurzaamheid en een gezonde leefomgeving (te land, te zee en in de lucht).
- Ten slotte erkende men dat het concept van de natuur bepaalde rechten en plichten heeft; dat mensen rentmeesterschap hebben over de wereld en het belang van het vooropstellen van mensen bij het oplossen van de bovengenoemde mondiale problemen door beheer van het milieu en van consumptie. Bijvoorbeeld het verminderen van verpakking, het ontmoedigen van voedselverspilling en bevordering van het gebruik van recycleerbare materialen.
Geschiedenis van duurzaamheid
Al eeuwen is de mens een consument. We zijn niet meer het type mens dat jaagt en verzamelt en dus gebruikt wat hij zelf bij elkaar haalt. Een jager en verzamelaar gebruiken de grondstoffen of hulpstoffen voor een korte tijd en verhuizen dan naar een andere locatie. Hierdoor was er ruimte voor het herstellen van de natuur en ontstond er geen overschot. Toen de mens zich permanent ging vestigen op bepaalde plekken, ontstond er ruimte voor het bij elkaar verzamelen van een overschot. Er was geen sprake meer van tijdelijke nederzettingen, maar van dorpen die steden werden en die het milieu steeds meer negatief zouden beïnvloeden. Beetje bij beetje ontstond de consumptiemaatschappij. We kochten en verkochten en verzamelden een voorraad in onze huizen.
Er zijn periodes geweest waarbij het milieu de mensen ertoe dwong om te veranderen. Denk bijvoorbeeld aan de groei van de wereldpopulatie. Dit dwong de mens ertoe om een nieuwe woonplek te zoeken waarbij het milieu hun leven beter zou ondersteunen. Er was geen sprake van een duurzaam leven. Zelfs eeuwen geleden begreep de mens dat de aarde, de bodem waarop men leefde, een bepaalde maximale vruchtbaarheid had. Ze begrepen dat de aarde ook periodes van rust nodig had om te herstellen en ze wisten dat de bodem uitgeput kon raken.
Wanneer de samenleving een onvermogen heeft om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden, stortten ze historisch gezien in. Vaak gaat het om het onvermogen om duurzamer om te gaan met het milieu. Bijvoorbeeld het introduceren van niet-lokale soorten waardoor het ecosysteem ernstig wordt verstoord, het grootschalig kappen van bomen en ontbossing, het niet aanpassen aan de natuurlijke schommelingen van het klimaat, enzovoort. We zijn ons in de moderne wereld ervan bewust dat de mens de schade toebrengt aan het milieu. Er is een culturele verandering nodig om een verandering teweeg te brengen. Meestal gaat het erom dat de mens zich aan moet passen. Maar is de mens bereid zich aan te passen aan het milieu?
Al in de Renaissance en de Verlichting uitten filosofen hun bezorgdheid over overbevolking. Ze werden niet serieus genomen. Men zag nog niet de noodzaak van dit soort denken. Totdat de wereldbevolking met name in de 20e eeuw hard steeg. Dit was mede het gevolg van relatieve stabiliteit (politiek en economisch), minder oorlogen, economische vooruitgang (na de industriële revolutie), betere verdeling van de voedselproductie en een betere gezondheidszorg. De impact van deze economische groei en ontwikkeling wat betreft de kennis over het milieu kwam ook in de 20e eeuw naar voren. Vervuiling, milieuschade, ontbossing en fossielen brandstoffen werden gezien als schadelijk voor het milieu. Het leidde tot toenemende bezorgdheid over het milieu en het ecosysteem.
In 1945 werd UNESCO opgericht, als onderdeel van de Verenigde Naties. UNESCO houdt zich sindsdien bezig met het belang van de menselijke cultuur en het bevorderen van de wetenschap. De opdracht van UNESCO is vandaag de dag
“het bijdragen aan de opbouw van vrede, het uitroeien van armoede, duurzame ontwikkeling en een intercultureel dialoog door middel van onderwijs, wetenschap, cultuur, communicatie en informatie”.
Tegen het einde van de 20e eeuw was het klimaat een goed verankerd onderwerp. We wisten in de jaren ’80 van de problemen van het broeikaseffect en de dunne ozonlaag. Ook realiseerden we ons dat sommige hulpbronnen (met name fossiele hulpbronnen) eindig waren. We dienden ons in te spannen om over te schakelen op andere, hernieuwbare energiebronnen. Dit is het sociale, economische en wetenschappelijke begin geweest van duurzaamheid.
Een duurzame toekomst
Het is nog niet duidelijk hoe een duurzame toekomst eruit zal komen te zien. De technologie is echter hard in beweging. Steeds weer komen er nieuwe technologieën op de markt die ons helpen bij het verduurzamen van ons leven. Denk bijvoorbeeld aan schone energie thuis en duurzame energie als alternatief op fossiele brandstof.
Sinds de jaren ’50 van de negentiende eeuw heeft de wereld een ongekende ontwikkeling doorgemaakt. In deze ontwikkeling is met name onze energiebehoeften enorm toegenomen. Deze energiebronnen raken op. Maar ook is er intensief landbouw gepleegd. Onze planeet zal waarschijnlijk nog meer onder druk komen te staan. Duurzaamheid gaat niet alleen om ons eigen leefmilieu, maar ook over de derdewereldlanden en het milieu in opkomende economieën. Het is van vitaal belang dat de gehele mensheid de overstap maakt van fossiele energie naar duurzame energie. Het gaat hierbij dus niet alleen om het milieu, maar ook om de energiebehoeften.
De onderwerpen waar de duurzaamheidssector zich mee bezighouden, zijn dus erg divers. Denk bijvoorbeeld aan:
- De Fair Trade beweging die duurzame landbouwprojecten in ontwikkelingslanden aanmoedigen en ondersteunen. Hierdoor krijgen boeren een eerlijk loon voor hun producten zonder dat het milieu te veel schade wordt toegebracht.
- Het overstappen op duurzame energiebronnen. Niet alleen in huishoudens, maar ook door de overheid en industrieën.
- Een duurzame toekomst voor iedereen.
- Het stimuleren van een bewustwording van de individuele voetafdruk op de aarde.